Accessoires

Accessoires

PlayStation-ondersteuning

Waar heb je hulp bij nodig?

Selecteer hieronder een categorie:

Terug naar Categorieën
DualSense Edge™ draadloze controller
Terug

DualSense Edge™ draadloze controller

Namen van de onderdelen

A) Richtingstoetsen

B) Maak-toets

C) Lichtbalk

D) Touchpad

E) Spelerindicator

F) Options-toets

G) Actietoetsen

H) Rechter joystick/R3-toets

I) Fn-toets (functietoets)

J) Luidspreker

K) PS-toets

L) Headset-aansluiting

M) Microfoon

N) Mute-toets

O) Linker joystick/L3-toets

A) R2-stopschuifregelaar

B) L2-stopschuifregelaar

C) Sleuf achtertoets links

D) Reset-toets

E) RELEASE-grendel

F) Sleuf achtertoets rechts

Verbinding maken

De eerste keer dat je je controller gebruikt, moet je deze aan je console koppelen.

  1. Schakel je PS5™-console in.
  2. Sluit de controller aan op je console met de bijgevoegde USB-kabel.
  3. Druk op de PS-toets.
    De controller wordt ingeschakeld. Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaat de spelerindicator aan.
  • Als de batterij van je controller nog vol genoeg is, kun je de USB-kabel loskoppelen en de controller draadloos gebruiken.  

  • Je controller kan slechts met één PS5-console tegelijk worden gekoppeld. Als je je controller op een andere console wilt gebruiken, moet je hem aan die console koppelen.  
  • Je kunt tot 4 controllers tegelijkertijd gebruiken. Als je op de PS-toets drukt wordt er aan iedere speler een kleur toegewezen.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Als je eenmaal een controller aan je PS5-console hebt gekoppeld, kun je een extra controller draadloos koppelen.

  1. Zorg ervoor dat de lichtbalk van de extra controller uit is voordat je begint met koppelen. Als de lichtbalk is ingeschakeld, houd je de PS-toets ingedrukt tot het licht uit is. 
  2. Ga met de gekoppelde controller naar Instellingen > Accessoires > Algemeen > Bluetooth-accessoires.  
  3. Gebruik de extra controller die je wilt koppelen en houd de maak-toets en de PS-toets tegelijkertijd ingedrukt.  
  4. Selecteer met de controller die al is gekoppeld de extra controller die op je scherm wordt weergegeven.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Personaliseren

De DualSense Edge™ draadloze controller wordt geleverd met standaard doppen, hoge en lage koepelvormige doppen. Kies het type doppen dat het beste bij je speelstijl past.

  1. Trek de op je controller bevestigde joystickdop omhoog.
    De dop komt los.
  2. Lijn het gekozen type dop uit met de joystick en duw de dop naar beneden om deze vast te zetten.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

De halve-koepelvormige achtertoetsen zijn verwisselbaar.

  1. Steek de halve-koepelvormige achtertoetsen in de sleuven voor de achtertoetsen.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Maak het gebruik van je DualSense Edge draadloze controller eenvoudiger voor je door de toetstoewijzingen te wijzigen.

  1. Ga naar Instellingen > Accessoires.
  2. Selecteer DualSense Edge draadloze controller > Aangepaste profielen.
  3. Selecteer Aangepast profiel maken, voer een naam in voor je aangepaste profiel en selecteer vervolgens OK.
  4. Selecteer Toetstoewijzingen aanpassen.
  5. Selecteer de toets die je wilt wijzigen en selecteer vervolgens de functie die je aan de toets wilt toewijzen.
    Als je Uitschakelen selecteert, heeft het indrukken van de toets geen invoer.
  6. Selecteer Toepassen.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Stel de gevoeligheid en de dode zone van de joysticks op je DualSense Edge draadloze controller in.

  1. Ga naar Instellingen > Accessoires.

  2. Selecteer DualSense Edge draadloze controller > Aangepaste profielen.

  3. Selecteer Aangepast profiel maken, voer een naam in voor je aangepaste profiel en selecteer vervolgens OK.

  4. Selecteer Gevoeligheid/dode zone van joystick.

  5. Gebruik de richtingstoetsen om de items die je wilt wijzigen te selecteren.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Profielen

Je kunt de gevoeligheid van de joystick, de aangepaste toetstoewijzingen, de intensiteit van de trilling en meer opslaan in aangepaste profielen.

  1. Ga naar Instellingen > Accessoires
  2. Selecteer DualSense Edge draadloze controller > Aangepaste profielen
  3. Selecteer Aangepast profiel maken, voer een naam in voor je aangepaste profiel en selecteer vervolgens OK
  4. Selecteer een item om aan te passen. 

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Wijs profielen toe aan snelkoppelingen zodat je tijdens gameplay ertussen kunt schakelen en deze op andere PS5-consoles kunt gebruiken.

Ga naar snelkoppelingen door de Fn-toets ingedrukt te houden en druk vervolgens op een actietoets (driehoek-toets, cirkel-toets, kruis-toets of vierkant-toets).

Het profiel dat is toegewezen aan de Fn-knop en de snelkoppeling voor de driehoek-toets is het standaardprofiel en kan niet worden gewijzigd. Je kunt profielen die je hebt gemaakt toewijzen aan de andere drie snelkoppelingen.

  1. Ga naar Instellingen > Accessoires.

  2. Selecteer DualSense Edge draadloze controller > Aangepaste profielen.

  3. Ga naar het tabblad Niet-toegewezen profielen en selecteer Toewijzen naast het profiel dat je wilt toewijzen.

  4. Selecteer een snelkoppeling.
    Als er al een profiel is toegewezen aan de snelkoppeling, wordt de naam van dat profiel weergegeven. Als je het profiel toewijst, wordt het vorige profiel overschreven.

  5. Gebruik de snelkoppeling om je profiel te wijzigen.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie.

Problemen oplossen

Als een joystickmodule niet goed werkt of niet meer werkt, kun je deze vervangen door een nieuwe joystickmodule (afzonderlijk verkocht). De linker en rechter joystickmodules zijn verwisselbaar en kunnen aan beide zijden worden bevestigd.

  1. Controleer of de spelerindicator op de controller uit is.
    Als de spelerindicator aan is, houd je de PS-toets ingedrukt tot hij uit gaat.
  2. Koppel de USB-kabel los van de controller.
  3. Verwijder het voorpaneel.
    Schuif de RELEASE-grendel aan de achterkant van de controller om het paneel te verwijderen.
  1. Til de ontgrendelingshendel omhoog.
  1. Verwijder de joystickmodule en bevestig een nieuwe joystickmodule.
    Zorg ervoor dat de joystickmodule correct is geplaatst en schuif de module vervolgens langs de inkepingen op de controller tot je een klik hoort.
  1. Laat de ontgrendelingshendel zakken.
  1. Bevestig het voorpaneel.
    Lijn de verhoogde delen van het paneel uit met de inkepingen op de controller en druk het paneel voorzichtig op zijn plaats tot je een klik hoort.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Als je problemen ondervindt met je controller, is vaak de eerste stap voor probleemoplossing het resetten van de controller. Resetten heeft geen invloed op de configuratie van je controller of op de instellingen voor koppelen en profielen.

D) Resetknop
  1. Schakel je PS5-console uit.
  2. Zoek de kleine resetknop op de achterkant van de controller.
  3. Gebruik een pen of soortgelijk gereedschap (niet meegeleverd) om op de resetknop te drukken.
    Hierdoor wordt de controller niet opnieuw geconfigureerd en worden de instellingen voor koppelen en profielen niet beïnvloed.
  4. Sluit de controller aan op je PlayStation®5-console met behulp van de USB-kabel die bij je controller is geleverd en druk op de PS-toets.

Zie de onderstaande handleiding voor meer informatie. 

Als je hebt geprobeerd je controller te resetten en nog steeds problemen ondervindt, selecteer je een probleem uit de onderstaande opties.