Een Access-controller voor PS5-consoles aansluiten

Ontdek hoe je je Access™-controller voor PlayStation®5-consoles kunt instellen en opladen.

Je Access-controller koppelen en instellen

De eerste keer dat je je Access-controller gebruikt, moet je deze aan je PS5®-console koppelen. Je console moet ook zijn ingesteld en gekoppeld met een DualSense™ draadloze controller. 

  1. Controleer of je PS5-console is ingeschakeld. 
  2. Sluit je controller aan op je console met de bijgevoegde USB-kabel. 
    Het koppelen is voltooid en je kunt de USB-kabel loskoppelen als je je controller draadloos wilt gebruiken.  
  3. Druk op de PS-toets op de joystickbasis. 
  4. Selecteer een gebruiker. 
    Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaan de spelerindicator en de indicator van de controller branden. 
  5. Volg de instructies op het scherm om je controller in te stellen. Gebruik het basisprofiel om door de instellingen te navigeren. 
  • Alle Access-controllers hebben direct uit de verpakking hetzelfde basisprofiel (standaardinstellingen). 
  • Als het opladen is voltooid, kun je de USB-kabel loskoppelen en je controller draadloos gebruiken.
  • Je controller kan slechts met één PS5-console tegelijk worden gekoppeld. Als je de controller op een andere console wilt gebruiken, moet je hem aan die console koppelen. 
  • Zorg ervoor dat je de apparaatsoftware op je controller bijwerkt naar de nieuwste versie. Als er een nieuwe update is, volg je de instructies op het scherm.

Twee Access-controllers koppelen en instellen 

Als je twee nieuwe Access-controllers voor de eerste keer wilt gebruiken, moet je beide aan je PS5-console koppelen. Je console moet ook zijn ingesteld en gekoppeld met een DualSense™ draadloze controller. 

  1. Controleer of je console is ingeschakeld. 
  2. Sluit één van de controllers aan op je console met de bijgevoegde USB-kabel. Herhaal dit met de tweede controller.
    Het koppelen is voltooid en je kunt de USB-kabel loskoppelen als je de controllers draadloos wilt gebruiken.
  3. Druk op de PS-toets op de joystickbasis van de eerste controller. 
  4. Selecteer een gebruiker.Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaan de spelerindicator en de indicator van de controller branden.
  5. Druk op de PS-toets op de joystickbasis van de tweede controller.
  6. Selecteer dezelfde gebruiker als de eerste controller.Nadat de lichtbalk gaat knipperen, gaat de spelerindicator aan, net als bij de eerste controller, en gaan twee controllerindicatoren branden.
  7. Volg de instructies op het scherm om je controllers in te stellen. Gebruik het basisprofiel om door de instellingen te navigeren. 

Je kunt ook draadloos een tweede controller (controller 2) koppelen als de eerste controller (controller 1) al aan je PS5-console is gekoppeld. 

  1. Controleer voordat je gaat koppelen of de spelerindicator op controller 2 uit is.
    Als de spelerindicator aan is, houd je de PS-toets ingedrukt tot de lampjes uit gaan. 
  2. Ga met controller 1 naar het beginscherm en selecteer Instellingen > Accessoires > Algemeen > Bluetooth-accessoires
  3. Houd met controller 2 de profieltoets en de PS-toets tegelijkertijd ingedrukt.
    De lichtbalk knippert en controller 2 wordt weergegeven op het scherm.   
  4. Selecteer controller 2, die op het scherm wordt weergegeven, met behulp van controller 1.
    De lichtbalk op controller 2 knippert, waarna de speler-indicator en de indicator van de controller gaan branden als het koppelen is gelukt. 

Je controller opladen 

Terwijl je PS5-console is ingeschakeld, sluit je de controller aan op je console met de meegeleverde USB-kabel. Je kunt ook instellen dat je console wordt opgeladen in de rustmodus.

Wat zijn de standaardinstellingen van de Access-controller?

De Access-controller is standaard vooraf ingesteld met het basisprofiel en staat in de stand Links (de joystickbasis wijst naar links). 

A) Options-toets (aansluiting 7)

B) Cirkel-toets (aansluiting 5) 

C) Kruis-toets (middelste knop) 

D) Linker joystick 

  • De toetsdoppen van de standaardopties, cirkel- en kruistoetsen hebben een reeds bevestigd toetsdoplabel om de vooraf ingestelde functie aan te geven.  
  • De toetsen van 1 tot 8 worden tegen de klok in geschreven, beginnend bij de sleuf die zich het dichtst bij de analoge joystick bevindt.

Je controller wordt geleverd met acht bolle toetsdoppen en de koepelvormige joystickdop. Ontdek hoe je knopdoppen en joystickdoppen kunt wisselen die het beste bij jouw speelstijl passen.

De volgende functies worden niet ondersteund op de Access-controller: 

  • Touchpad (behalve de touchpad-toets) 
  • Trilfunctie
  • Adaptieve triggers
  • Bewegingssensor 
  • Speaker 
  • Microfoon
  • Mute-toets
  • Headsetaansluiting (de uitbreidingsaansluitingen op de controller zijn voor toegankelijkheidsaccessoires van derden, niet voor audioapparaten.)  

De software van je Access-controller bijwerken  

De software-updates voor de Access-controller worden toegevoegd wanneer je de systeemsoftware van je PS5-console bijwerkt. 

Hulp nodig? 

Neem contact op met onze ondersteuningsmedewerkers